TRANZZ-MODERNISME

In de zeventiger jaren verkruimelde het Modernisme in de overgepolitiseerde en zich ongebreideld ontwikkelende metropolitaine centra.
Maar het verhief zich met de jaren tachtig weer glorieus. Digitale innovaties in de technieken van ontwerpen en bouwen gaven vooral architecten hun zelfvertouwen terug. En ze raakten overenthousiast en werden publieke helden zoals eerder de popmusici. Ze begonnen te ontwerpen tot in het extreme, in excessen van Vorm en Functie.

Ze presenteerden een nieuwe laatmoderniteit: een formele wereld van briljante progressie en uiterst knappe kunstwerken, onderbouwd door technologische en financiele trucage. De architecten raakten in trance en als Adonissen verliefd op de spiegelbeelden die ze voor zichzelf hadden opgericht. Laatmodernisme werd Trancemodernisme. Maar ze verloren al ras het contact met de zich verscherpende urbane realiteit en de snel verslechterende geopolitieke condities van de leefomgeving. Vol van zichzelf dommelden ze in slaap en werden TranZZmodernisten.

INLEIDING:
De TRANCEMODERNE Conditie
HOOFDSTUK 1
STIJLTRAN(CE)SITIES
HOOFDSTUK 2:
PUBLIEKE MAATSTAF
HOOFDSTUK 3
LAAT-MODERNISME
HOOFDSTUK 4
SHELL- & GAZPROM-CITY
EPILOOG
ARCHITECTURA NATURALIS
Placeholder Picture AANLEIDING: PLEIN VAN BETEKENIS HET ECHEC VAN KOOLHAAS